Verwarm de oven op 200 graden.
Bak in de klont roomboter de blokjes peer zacht en goudbruin.
Smelt in een steelpan de 50 gram roomboter en leg op een met bakpapier beklede bakplaat het eerste vel filodeeg. Smeer met een kwast het vel filodeeg in met een beetje boter.
Meng de theelepel kaneel met de 75 gram suiker en strooi een beetje van de kaneelsuiker over het met boter ingesmeerde vel filodeeg.
Leg vervolgens het volgende vel filodeeg op het eerste vel, en smeer ook dit vel in met roomboter en bestrooi het daarna met kaneelsuiker. Herhaal dit met alle vellen behalve het laatste vel.
Mocht je de strüdel minder zoet willen hebben, doe dan bijvoorbeeld maar 1 laag kaneelsuiker, maar herhaal wel met enkel het kaneelpoeder (een klein beetje).
Op het laatste vel smeer je in de middelste baan (zie vouwlijnen van het deeg) een paar eetlepels lemoncurd. Stort hierop de stukken peer en laat aan de voor- en achterkant een beetje ruimte over zodat je de strüdel makkelijk dicht kunt vouwen.
Vouw nu de strüdel dicht. Eerst de korte kanten tegen de stukken peer aan, en dan vouw je de lange kanten over elkaar heen. Smeer goed in met het losgeklopte ei. Schuif in de oven voor 16 minuten.