Doe de bloem, melk, boter, ei, kristalsuiker, 1 tl kaneelpoeder, het gist en het zout in de kom van een keukenmachine. Kneed het geheel met behulp van deeghaken in 8 minuten op lage stand tot een plakkerig deeg. Met de handen kneden kan in principe ook maar dan ben je a. een stuk langer bezig en b. het is echt een heel plakkerig deeg dus makkelijk zal het niet gaan.

Dek de kom af met een theedoek en laat het deeg 15 minuten rusten.

Schep 1 tl kaneelpoeder door de bruine basterdsuiker en strooi dit over het aanrecht.

Haal het brooddeeg uit de kom en kneed dit door de kaneelsuiker.

Snijd het deeg in 10 stukken en vorm kleine worstjes van het deeg door het deeg door de kaneelsuiker te rollen.

Leg de broodworstjes in de overige kaneelsuiker, dek af met een theedoek en laat het nogmaals 10 minuten rusten.

Rol na 10 minuten alle stukken deeg uit tot lange stroken van 1 cm dik. Zorg ervoor dat je tijdens het rollen al het overige kaneelsuiker meeneemt.

Pak het uiteinde van een deegstrook vast tussen duim en wijsvinger en rol de strook om je duim op. Stop het uiteinde ergens tussen het opgerolde broodje.

Leg de bolussen op een met bakpapier beklede bakplaat. Dek de bakplaat af met een theedoek en laat de bolussen 1 uur rijzen.

Verwarm de oven voor op 250°C. Bak de bolussen in het midden van de oven in 6 minuten gaar.

Draai de bolussen met behulp van een keukentang om zodra ze de oven uit komen en laat ze volledig afkoelen.

Bewaar de Zeeuwse bolussen luchtdicht buiten de koelkast.