Schep de basterdsuiker en het zout door elkaar en wrijf hiermee het volledige stuk buikspek aan alle kanten in.

Doe het buikspek in een ziplockbag en leg deze bij voorkeur 24 uur in de koelkast.

Haal het buikspek na 24 uur uit de koelkast, spoel hem volledig af onder de koude kraan en dep het vlees vervolgens droog.

Bereid de barbecue voor om te roken. Leg de kolen met twee blokjes kersenhout (of appelhout, da's ook lekker!) aan de ene kant van de barbecue en zorg aan de andere kant voor een indirect warmtedeel.

Verwarm de ketel naar een temperatuur van 150°C en leg het vlees indirect op de barbecue.

Laat het vlees hier liggen tot het een kerntemperatuur van 80°C heeft bereikt. Bij ons duurde dit zo'n vier uur.

Laat het gerookte buikspek iets afkoelen en snijd het vervolgens in blokjes.

Maak de dry-rub door alle ingrediënten m.u.v. de barbecuesaus te mengen. Wrijf hier de blokjes gerookt buikspek mee in en verdeel de blokjes buikspek over twee aluminium groenteschaaltjes, hier zitten gleuven aan de onderkant - dat is ideaal!

Zet de schaaltjes indirect op de barbecue en laat het vlees nog eens een uurtje staan zodat het nog wat zachter kan worden.

Smeer vervolgens de buikspekblokjes in met je favoriete barbecuesaus en zet de aluminiumbakjes op de kolen.

Rooster de buikspekblokjes nog heel even tot de barbecuesaus donkerder wordt en gekarameliseerd is.